Die heerlijke spritsen van de bakker? Die maak je voortaan zelf! Dit recept is heel simpel en het resultaat is om van te genieten.
-
Ingrediënten voor ca 25 stuks:
320 gram boter (kamertemperatuur)
200 gram basterdsuiker
400 gram bloem
1 ei
1 vanillestokje
Snufje zout
Je begint met het halveren van het vanillestokje (in de lengte) en hier schraap je het merg uit. Dit zijn allemaal zwarte puntjes, die wat bij elkaar plakken. Dit meng je samen met de boter en het suiker tot een glad geheel. Dit kun je met de handen doen, maar het gaat ook prima met de mixer. Let er wel op dat dit een stevig deeg wordt nadat je de bloem erbij gedaan hebt. Dan kun je het ook beter met de hand doen. Nu doe je het ei en een snufje zout erbij en zeef je de bloem erboven. Kneed dit tot je een soepel, maar stevig deeg hebt.
Nu komt het leuke deel: het spuiten van de spritsen. Of althans, ik vind het leuk om te doen. Zelf gebruik ik wegwerpspuitzakken, maar herbruikbare zakken kunnen ook prima. Let er wel op dat het spritsdeeg erg stevig is en je er niet teveel tegelijk in moet doen. Uit ervaring kan ik je vertellen dat als je een paar keer spritsen maakt, het deeg toch sterker is dan de zak. Dit betekend dus ook dat je in wegwerpzakken ook niet teveel tegelijk moet doen. En ik zal je eerlijk vertellen: het gebeurde me weer toen ik voor dit recept met de foto’s spritsen maakte. Tot twee keer toe. Dus doe er vooral niet te veel in, ongeveer voor twee spritsen tegelijk, meer niet.
Voor de spritsen op de foto heb ik een gekarteld spuitmondje genomen met een diameter van 9mm. Bekleed een bakplaat met bakpapier en spuit hier de spritsen op. Laat er wel een beetje ruimte tussen, want tijdens het bakken zakken ze wat in. Zet ze in een voorverwarmde oven op 150 graden tot ze mooi goudbruin zijn. Bij mij is dat ongeveer 20-30 minuten. Wat ik soms doe, is na 20 minuten de temperatuur naar 160 graden zetten.
Laat ze afkoelen (dan zijn ze lekkerder dan wanneer ze nog warm zijn) en genieten maar!